‘There are far fewer publications on anticellulite treatments tested and substantiated on human volunteers than there are in vitro results describing potential mechanisms to tackle the problem, This may stem from the paradoxial situation that, if clinical results show a remarkable reduction in cellulite appearance and a decrease in hypodermal fat, it is difficult for cosmetic productdeveloppers to argue that no physiological change has occurred.” Karl Lintner, PhD, in Cosmetics and Toiletries september 2009.
Met andere woorden: cosmetica mogen veel, maar ze mogen geen fysiologische veranderingen in de huid aanbrengen, doen ze dat wel dat beschouwt de wet ze als medicijnen en daarvoor gelden heel andere test-en veiligheidsprotocollen. Maar er bestaan wel degelijk cosmetica die overduidelijk in een schemergebied zitten. Een fabrikant kijkt dan wel uit om degelijke klinische tests te overleggen, om te voorkomen dat hij op kosten gejaagd wordt omdat zijn product ‘plots’ een medicijn blijkt te zijn als gevolg van de diepergaande werking. Paradoxaal blijft dan natuurlijk ook dat er genoeg merken zijn die de hemel beloven maar dit niet waar kunnen maken – en zij dit het wel waar kunnen maken, mogen het niet zeggen. Officieel mag niets claimen wat je niet waar kunt maken, maar deze wet wordt niet zo strikt gecontroleerd. Het is een kat en muisspel. En zo wordt het nooit duidelijk wat je echt voor 100% voor waarheid kunt aannemen.
Lees ook:
Onze chemicus Johann Wiechers over Unilever dat ineens het belang van huidpenetratie inziet