De 'vrij van..

04:29 - 02:41
luistertijd 04:29 - leestijd 02:41

De ‘vrij van…’ claims lees je steeds vaker op cosmeticaverpakkingen. Pikant, omdat het vaak om zaken gaat waarbij de emotie de overhand heeft, en niet het feitelijke wetenschappelijke onderzoek. Het bewijst ook maar weer eens hoe emotioneel cosmetica eigenlijk is als productgroep. Vrij van parfum, kleurstoffen, minerale olie, BHT, parabenen, noem het maar op. De lijst wordt steeds langer en het is een handreiking aan de angstige consument die zich onveilig voelt in zijn leefomgeving.

Je kunt je afvragen waarom cosmeticaproducenten dit doen. Je mag er toch vanuit gaan dat als de grote concerns daadwerklijk zouden weten en het bewijs hebben dat die parabenen en zo schadelijk zijn voor de volksgezondheid, ze deze stoffen niet meer zouden gebruiken en ook de overheden er een stokje voor zouden steken? Dus waarom doen ze het?

Centjes, niets minder. Als men ziet dat er een groeiende groep consumenten is met andere verlangens, dan wil je die bedienen, eenvoudigweg om ze erbij te houden en geen inkomsten mis te lopen. Dit zal niet zo gezegd worden, marketeers houden het op de wens om consumenten keuzemogelijkheden te geven. Consumenten weten heel goed wat ze willen.

Maar hoe goed geinformeerd mag je heten als er eigenlijk helemaal geen goede, eenduidige informatie voor handen is over een stof als parabenen en de risico’s daarvan voor je gezondheid? Natuurlijk, er zijn zeker onderzoeken, vooral op dieren, die uitwijzen dat er negatieve effecten kunnen zijn (hormooninterruptie of huidirritatie), maar op mensen is het bewijs er nog steeds niet. Ergp; recent bleek weer dat hormoonbeinvloeding als gevolg van blootstelling aan parabenen uit cosmetica op de mens niet te vinden is.

Bovendien, en dat is nog het meest heikele aan deze ontwikkeling: geef je juist als bedrijf niet indirect aan de angst van consumenten toe, dat het slechte stoffen zijn, door productlijnen te introduceren waar het niet meer in zit? Kortom: graaf je je eigen graf niet? Je kan als consument zo maar denken: zie je wel, steeds meer merken halen ‘ze’ eruit, dus er zal wel iets mis mee zijn.

En zo draagt de industrie zelf bij aan de verspreiding en misconceptie van de vermeende onveiligheid van deze stoffen. Alleen maar omdat ze geld wil verdienen, en opportunistisch genoeg achter de waan van alle dag aanrend.

CosmeticsDesign.com dook eens dieper in de materie en uit reacties van lezers is op te maken o.a. dat ‘niet meer dan 5% van de cosmetisch chemici serieuze bezwaren heeft tegen parabenen. Het goede wellicht uit deze angsttrend is dat men op zoek gaat naar andere en nieuwe conserveringsvormen en middelen. Jammer daarbij is dat er nog niet verrekt veel nieuwe stoffen op de markt zijn, en dat men nog vaker teruggrijpt naar hele oude stoffen, die we al lang weer vergeten waren (….).’

Voorlopig denken de meeste formuleerders op het internationale speelveld dat die overduidelijke statements op verpakkingen alleen maar verwarring wekken omdat ze het gevoel kunnen geven dat er ‘iets’ niet pluis is. Inci lijstjes staan niet voor niets op de verpakkingen. Leer ze lezen en je kunt ter plekke een keuze maken voor parabeenhoudend of parabeen-vrij. Maar, daarbij moet wel gezegd, voor de industrie: houd die lijsten leesbaar! Steeds vaker heb je een vergrootglas nodig om de boel te ontcijferen. We worden een daggie ouder – onze oogjes ook:-)

Als laatste hebben wij ons wij eens afgevraagd waarom er uberhaupt zoveel petrochemie in cosmetica gebruikt wordt, het was immers ooit niet zo. Maar op zoek naar een antwoord voor onze artikelen over nutricosmetica leerden we dat het in de jaren’50 hot werd onder chemici om met petrochemie aan de slag te gaan. Het merendeel van de opgeleide chemici is ook alleen in de petrochemie opgeleid. Al eerder begrepen we tijdens een congres van InCosmetics in Amsterdam in 2008 dat chemici zorgen hadden over de natuurtrend, omdat maar zo weinig chemici echt verdiepte kennis hebben van het verwerken van plantenmaterialen alleen.

Lees ook:

©BeautyJournaal.

Lees ook