We schreven al eerder over deze methode:
‘Vet bevriezing, oftewel cryolipolysis, zal de liposuctie verslaan de komende jaren, zo voorspellen trendwatchers in dit vakgebied. Deze technologie maakt gebruik van het bevriezen en afbreken van de vetcellen. Zeltiq wordt momenteel klinisch onderzocht en de resultaten zijn veelbelovend. Frank Niessen vult aan: ’Het gaat om een apparaatje dat je op de huid aanbrengt en dat de huid koelt, waarbij het vet vermindert zonder schade aan de huid en onderliggende vaten en zenuwen. Wel is de huid minder gevoelig dan voorheen. Afbeeldingen die bij de literatuur over dit onderwerp worden gegeven, laten een duidelijk reductie van vet zien, maar het is niet veel. Het werkt dus niet wanneer je veel vet wilt verliezen.’
Frank Niessen, plastisch chirurg bij Esthetisch centrum Jan van Goyen in Amsterdam reageert op de vraag over borstvorming bij mannen en Zeltiq:
‘Zeltiq is cryplipolysis, dat wil zeggen dat door gecontroleerde koeling van de huid het vetweefsel selectief wordt afgebroken. Het effect wordt na de behandeling in enkele maanden zichtbaar. Er is weinig literatuur over, maar de resultaten die men showt vind ik matig. Er is weinig vetvolume verlies en de vetreductie is niet altijd egaal; er ontstaat een onregelmatig aspect van de huid.
Gynaecomastie is als het ware borstvorming bij mannen. Het treedt vaak op bij mannen in de puberteit en is doorgaans voorbijgaand van aard. Ook kan de borstvorming optreden als bijwerking bij medicijngebruik, bij een lever-of nierziekte, verandering van hormoonproductie, het slikken van hormonen, of bij borstkanker. Het is belangrijk dat een specialist de oorzaak onderzoekt.
Het vetweefsel rondom de klier kan vaak behandeld worden door liposuctie, of door operatieve verwijdering. De klier verdwijnt nauwelijks door liposuctie en moet vaak aansluitend geopereerd worden. Voor de cryolipolyse zal ook gelden dat er geen effect is op het klierweefsel en dat er waarschijnlijk te weinig effect is op de vetreductie van de gynaecomastie. Alhoewel meer onderzoek noodzakelijk is, verwacht ik niet dat deze therapie ingezet kan worden voor de behandeling van gynaecomastie.’