Nederland was in rep en roer toen een Spits! journaliste een artikel schreef over het jaarlijkse onderzoek van de EWG naar foute antizonnebrandcrèmes.

05:37 - 03:22
luistertijd 05:37 - leestijd 03:22

Nederland was in rep en roer toen een Spits! journaliste een artikel schreef over het jaarlijkse onderzoek van de EWG naar foute antizonnebrandcrèmes. Stoffen als oxybenzone en retinyl palmitaat zouden gevaarlijk zijn voor de volksgezondheid vanwege hormoonverstorende en kankerverwekkende eigenschappen, en bijna alle Amerikaanse merken zouden zich schuldig maken aan het gebruik ervan. EWG baseerde zich daarbij op de eigen onderzoeksfeiten en geraadpleegde wetenschappelijke databases. Veel Nederlandse media namen het bericht over en raadpleegden experts die zich alleen voor of tegen de stoffen uitspraken. Goed. Maar, waar bijna niemand bij stilstond, zeker de experts in Nederland niet, is dat EWG al jaren bezig is met een enorme lobby voor de eigen beweging (om zieltjes en geld te winnen) en dit op geraffineerde wijze doet. We lezen steeds meer berichten op Amerikaanse nieuwssites en blogs dat dit mensen zo zoetjes aan de keel begint uit te hangen: de dubbele agenda van het EWG.

Doelgroep: twijfelaars

Zo lazen wij nu dat de beweging als de Environmental Worry Group wordt genoemd. We citeren van het site personalcaretruth.com (die het weer van de site angstbericht in Amerika over consumentengoederen: van cosmetica tot voeding, te herleiden is naar dezelfde bron: de EWG en aanverwante organisaties als de Campaign for Safe Cosmetics. De schrijver van het anti-betoog op deze website meldt dat 79% van de leden van de Vereniging van Toxicologie in Amerika vinden dat de EWG overdrijft met haar stellingen over de gezondheidsrisico’s van allerlei chemische stoffen. ‘De EWG is niet zozeer getalenteerd in het brengen van de juiste conclusies en het uitvoeren van gedegen wetenschappelijk onderzoek, maar vooral de twijfelaars voor zich te winnen met dubieuze verhalen. Hoe meer paniek er gezaaid wordt, hoe meer donaties binnenstromen’, zo lezen we. EWG zou vorig jaar maar liefst 6 miljoen dollar aan donorgeld hebben binnengehaald.

EWG publiceert over alle chemische stoffen die een vermeend gevaar kunnen zijn voor de volksgezondheid. Van Cosmetica tot voeding, en verpakkingsmaterialen. Voor de mainstream media zijn ze een geliefde bron geworden omdat bij EWG altijd wel een controversieel statement te halen valt, en wat controversieel is, leest lekker weg en scoort goed bij het massapubliek. Mensen die bang zijn voor de alledaagse gevaren waaraan een ieder wordt blootgesteld en dat in hun angstige blik op het leven (überhaupt) opblazen tot groteske monsters en dan roepen: zie je wel!

Pittige salarissen

Interessant zijn de berichten over de geldstroom van het EWG. Zo lezen we op dezelfde site dat van die zes miljoen dollar inkomsten meer dan $ 3,2 miljoen werd uitgedeeld aan het bestuur: 219.401 dollar aan president Kenneth Cook, 179.218 dollar aan de uitvoerende directeur Richard Wiles, en 150.226 dollar aan wetenschappelijk directeur van Jane Houlihan. Nog 2 miljoen dollar werd uitgekeerd aan andere werknemers, en bijna 300.000 dollar werd gereserveerd voor pensioenregelingen en andere arbeidsvoorwaardelijke pakketten.

De EWG betrekt het overgrote deel van haar budget van filantropische instellingen, met een in Amerika duidelijk aangeduide linkse signatuur, zoals men dat dan noemt. In 2009, bijvoorbeeld, kregen ze 300.000 dollar van de Popplestone Foundation (een belangrijke donor van de liberale denktank Center for American Progress en het liberale tijdschrift The van de Stichting Winslow en 75.000 dollar uit de Keith Campbell Stichting voor het milieu.

“Er is een enorme discrepantie tussen hoe toxicologen risico’s evalueren en hoe activisten dat doen’

Tegenstanders van EWG beroepen zich erop dat de organisatie meningen baseert op wetenschappelijke onderzoeken met flinterdunne bewijzen, bewijzen die eigenlijk niet waterdicht zijn. In juli 2010 rapporteert de Environmental Working Group haar inmiddels bijna jaarlijkse antizonnebrandmiddel rapport en welke merken het goed doen en welke niet qua veiligheid van stoffen. Oyxbenzone en retinylpalmitaat zijn de boosdoeners. De organisatie beroept zich op uitkomsten van een onderzoek dat met muizen is uitgevoerd. Dit onderzoek is niet representatief zo zeggen tegenstanders, omdat de testdieren (muizen) die zijn gebruikt per definitie gevoelig zijn voor uv-straling.

Lood in lipstick

De gelieerde organisatie Campaign for Safe Cosmetics bracht in 2007 het bericht in de wereld dat er gevaarlijk hoge concentraties van lood in lippenstift zat. Drieëndertig rode lippenstiften werden getest, en met behulp van de norm voor lood in snoepjes (0,01 parts per million), concludeerden zij dat meer dan de helft “gevaarlijk” hoeveelheden lood had. Tegenstanders beriepen zich meteen op het feit dat een lipstick geen snoepje is, die je ten volle zal opeten. Je krijgt wel wat lipstick binnen, maar de hoeveelheid is gering in vergelijk met snoepgoed. Uit later onderzoek van gepubliceerd in het Cosmetic Science bleek dat de hoeveelheid lood binnen de aanvaardbare perken bleef.

Natuurlijk kun je je afvragen of lood überhaupt in cosmetica mag zitten, maar binnen de huidige spelregels was het percentage aanvaardbaar. “Er is een enorme discrepantie tussen hoe toxicologen risico’s evalueren en hoe activisten dat doen’, zei Trevor Butterworth van George Mason University’s Center voor Gezondheid en Risico Communicatie in de New York Times.  

Andere topics waarmee de organisatie de Amerikaanse burger op de kast wist te krijgen waren onder andere de kwaliteit van het Amerikaanse drinkwater en het vermeende verband tussen kwik in vaccins. Vooral vaccins tegen mazelen, bof en rode hond.

 

 

Lees ook