Twee bezorgde ouders mailden ons met een vraag voor medisch haarspecialist Ids Boersma. Uit onderzoek was gebleken dat ze alopecia androgenetica heeft. De ouders zouden graag een andere diagnose hebben gezien. Hoe weet een arts zo zeker dat ze deze ziekte heeft, en wat kunnen de oorzaken zijn?
dr. Ids Boersma antwoordt:
Beste ouders,
het vaststellen van de oorzaak van haaruitval is soms verrassend eenvoudig en op andere momenten erg moeilijk. Ook komt het voor dat meer dan één oorzaak het haarverlies veroorzaakt. In alle gevallen begint de tricholoog of dermatoloog met een klinisch onderzoek. Bij haaruitval door erfelijkheid (alopecia androgenetica) treedt haarverlies op specifieke plaatsen op. Dit kan worden onderscheiden van haarverlies door, bijvoorbeeld, stress waarbij de extra haaruitval gelijkmatig over de hoofdhuid optreedt.
Dit kan met het blote oog worden beoordeeld. Alopecia androgenetica bij een vrouw leidt tot het ontstaan van dunne plekken. Het proces begint midden op het hoofd en komt in eerste instantie tot uitdrukking in een verbrede middenscheiding. Als dit wordt waargenomen kan een trichogram worden gemaakt. Een trichogram kan worden vervaardigd volgens twee methoden. Van oudsher werd een aantal haren uit de hoofdhuid getrokken en onder de microscoop gelegd. Gekeken werd naar de grootte van het haarzakje en de dikte van de haren. Op basis daarvan werd bepaald in welke fase van de haargroeicyclus elke haar zich bevind. Als er te veel haren in de fase verkeren, waarin de haren zullen gaan uitvallen, is dit een aanwijzing voor de aanwezigheid van alopecia androgenetica.
Omdat verkleinde haarzakjes dunnere haren produceren is het ook mogelijk om microscopisch de dikte van de haren op diverse plaatse van de hoofdhuid te meten. Moderne trichogrammen worden op deze wijze vervaardigd. Behalve het voordeel dat er geen haren uit de hoofdhuid worden getrokken is er nog het voordeel dat de tricholoog niet zelf hoeft te beslissen welke haren er worden uitgetrokken.
Nu kan het zijn dat de uitkomst van een trichogram is dat er sprake is van alopecia androgenetica. Dit betekent dat de tricholoog vindt dat dit hoogstwaarschijnlijk het geval is. Als de tricholoog daarover niet helemaal zeker is, bijvoorbeeld omdat het trichogram wel enkele dunne haren laat zien maar ook weer niet te veel, krijgt u de mededeling dat er mogelijk sprake is van alopecia androgenetica.
Elke medische diagnose heeft een kans in zich dat deze fout is. Daar is niet aan te ontkomen. Het gaat er om dat de arts probeert de kans op een juiste diagnose zo groot mogelijk te maken. Soms worden extra diagnostische tests uitgevoerd. Soms ook, bij relatief onschuldige afwijkingen, wordt het proces nog even op zijn beloop gelaten totdat het stellen van een juiste diagnose beter mogelijk is. Voor de patiënt is er altijd nog de mogelijkheid om bij een andere dermatoloog of tricholoog een tweede mening te vragen. Als ook deze tot de conclusie komt dat het gaat om alopecia androgenetica wordt het beeld duidelijker.
Vriendelijke groet,
Ids Boersma, dermatoloog-tricholoog