Mensen die te dik zijn klagen dat bewegen zo lastig voor ze is. Blijkbaar houdt hun spierkracht geen gelijke tred met hun toenemende gewicht.
Een team onderzoekers van de Universiteit van Pennsylvania, onder leiding van Dr. Marden, onderzocht onlangs twee groepen ratten die beiden zo’n 40% te zwaar waren. De ene groep ratten was gewoonweg te dik, de andere groep ratten had ene normaal gewicht, maar had speciale jasjes aangekregen waarin gewichten waren genaaid waardoor ze dus ook zo’n 40% zwaarder werden.
Na vijf dagen bleek dat de spieren van de ratten die de jasjes droegen barstensvol zaten met proteïnen die voor spierkracht zorgen. Hun spieren waren dus aan het groeien, waren zichzelf sterker aan het maken.
Bij een andere groep ratten, de te dikke ratten, gebeurde dit echter niet. In hun spieren waren de proteïnes die voor spierkracht zorgen helaas niet te vinden, zij werden dus niet sterker naarmate ze zwaarder werden. Het gevaar bestond zelfs dat ze te zwaar werden om nog goed te kunnen bewegen.
Waarom spieren soms wel reageren op toegenomen lichaamsgewicht en soms niet is een vraag die erg belangrijk is, en niet alleen voor ratten. Dat mensen die veel te dik zijn vaak klagen over moeite hebben met bewegen is al lang bekend. Hun spierkracht houdt hun lichaamsgewicht niet bij. We weten niet waarom dit zo is.
Daarom begonnen Dr. Marden en zijn team enkele jaren geleden aan hun onderzoek met de hoop het antwoord hierop te vinden. Ze begonnen met motten. De spieren en het gewicht van vliegende dieren, zoals insecten en vogels, moeten heel precies op elkaar afgestemd zijn, anders lopen ze het risico om uit de lucht te donderen.
En wat bleek? Motten doen dat heel goed. Hoe zwaarder de mot, hoe sterker hun spieren. Spieren bevatten een bepaald gen, het Troponin T gen, een gen dat eiwitten die een spier helpen samen te trekken aanstuurt. Hoe zwaarder een mot is, hoe actiever dit gen wordt.
Als de onderzoekers een mot zwaarder maakten door een piepklein beetje lood aan z’n buikje te lijmen ( het blijft toch zielig, die dierproeven – hoe nuttig ze ook mogen zijn…) reageerden z’n spieren onmiddellijk én adequaat. Binnen enkele dagen zorgde het Troponin T gen ervoor dat er meer proteïnen kwamen die de spieren sterker maakten. De motten bleven gewoon vliegen, met lood en al. De situatie veranderde echter drastisch toen het team zich ging richten op proefdieren met overgewicht. Motten kunnen niet vet worden, maar ratten wel. “We vroegen ons af of er wellicht een verband was tussen overgewicht en de activiteit van het Troponin T gen in de spieren”, zegt Rudolf J. Schilder, een lid van het team.
En dat bleek zo te zijn. Toen ze de beenspieren van te dikke ratten onderzochten door middel van een biopt, bleek dat het Troponin T gen bij te dikke dieren niet goed functioneerde. De spieren bevatten een aantal van de proteïnen die nodig zijn om spieren sterker te maken, maar niet allemaal en niet in de juiste hoeveelheden.
“De spieren van de vette ratten schenen te denken dat de ratten veel slanker waren dan ze in werkelijkheid waren”, zegt Schilder. “Hun spieren wisten niet hoe dik de ratten waren geworden.”
Schilder benadrukt dat hij en zijn collega’s niet denken dat de Troponin T activiteiten het hele antwoord geven op de vraag waarom spierkracht het lichaamsgewicht niet bijhoudt, hoewel de activiteit van het gen wel een belangrijke sleutel is. Aan het totale antwoord komen waarschijnlijk nog een aantal genen en andere reacties te pas, zegt hij.
Het is ook nog steeds niet bekend waarom de activiteit van het Troponin T gen zo afneemt bij te dikke mensen en dieren, alhoewel Schilder en z’n team nu denken dat het vet zelf daarin een belangrijke rol speelt.
“Vet is een zeer actief weefsel”, aldus Schilder. “Het produceert hormonen en biochemische stoffen die wellicht de activiteiten van het Troponon T gen kunnen verstoren.”
Schilder en zijn team hopen door verder onderzoek er uiteindelijk achter te komen wat precies de rol van lichaamsvet is in de genen van spieren. Ze willen ook weten bij welk percentage overgewicht de activiteit van Troponin T in het geding komt.
Wat betekent al dit onderzoek voor de mensheid? “Dat weten we nog niet”, zegt Dr. Marden. “We hebben nog geen onderzoek op mensen gedaan. Maar wat we tot nu toe hebben ontdekt bij motten en ratten stuurt ons onderzoek wel de juiste kant op. We weten nu dat we het Troponoin T gen verder zullen moeten onderzoeken, ook bij mensen.
Alles wijst er tot nu toe op dat te dikke mensen dus écht lichamelijke problemen hebben met bewegen. Hun spieren zijn gewoonweg niet sterk genoeg voor hun gewicht.
Als dit echt zo blijkt te zijn, en daar lijkt het wel op, zullen bijvoorbeeld trainingsprogramma’s voor te dikke mensen aangepast moeten worden zodat er minder spierkracht voor nodig is. Bijvoorbeeld zwemmen in plaats van wandelen.