Vaatjes op de benen komen veel voor en variëren van dikke kronkelende aderen, zogenaamde spataderen, tot kleine oppervlakkige vaatjes.
In mijn werk bij Velthuis Kliniek behandel ik de kleinere meer oppervlakkige vaatjes met laser. Dit is vaak de laatste stap van een behandeltraject. Voordat de cliënt bij mij komt is het erg belangrijk te weten of er geen defecten, de eigenlijke oorzaak van spataderen, in de beenvaten aanwezig zijn. Anders wordt het dweilen met de kraan open. Vaak geeft het gevoel van onrustige, zware of vermoeide benen al aan dat er meer aan de hand is. Om dit verder te onderzoeken doorloopt een groot deel van mijn cliënten dan ook een traject door de kliniek.
Het onderzoek
Allereerst wordt er een vaatonderzoek bij de vaatlaborant gedaan. Er wordt onderzocht hoe de stroomrichting van het bloed is en hoe de kleppen functioneren.
Er wordt gewerkt met een speciaal echoapparaat waarmee een duplex-scan wordt gemaakt voor het onderzoeken van de bloedvaten in de benen. Met behulp van deze scan kunnen spataderen nauwkeurig worden gelokaliseerd en kan de aard van het probleem worden opgespoord.
Afhankelijk van het probleem en de ernst, worden defecten in de beenvaten behandeld: operatief door de vaatchirurg of door de fleboloog met sclerocompressie therapie. Dit laatste is een methode waarbij de vaatjes met een vloeistof worden ingespoten. De vloeistof laat het bloed stollen en de vaatwanden verkleven.
Oppervlakkige vaatjes
Misschien herken je het beeld van een blauwe plek die maar niet weg wil gaan; het zijn kleine vaatjes dichtbij elkaar. De dunnere blauwe of rode vaatjes zijn meestal te klein om in te spuiten. Deze vaatjes die vlak onder de oppervlakte van de huid liggen zijn vaak nog wel verbonden met de dieper gelegen grotere vaten maar omdat ze niet bijdragen tot het vervoer van het bloed naar het hart zijn ze niet functioneel.
Hierdoor kunnen ze goed behandeld worden met laser. De Nd:YAG laser is hiervoor heel goed geschikt. Deze laser geeft lichtimpulsen met een zeer hoge energie-intensiteit af. Deze energie wordt wel opgenomen door de oppervlakkige vaatjes, maar niet door de omringende huid. Door de warmte gaan de bloedvaatjes kapot waarna het lichaam de beschadiging zelf opruimt.
De meeste cliënten die ik behandel geven aan dat de behandeling iets pijnlijk is, maar wel te verdragen. Na behandeling is het branderige gevoel vrijwel direct verdwenen en lopen ze zo, zonder kousen of verband, de deur weer uit. Meestal verandert de kleur van de vaatjes in licht rood. Sommige vaatjes kunnen wat paars verkleuren. De verkleuring van de behandelde vaatjes zal geleidelijk aan minder worden, afhankelijk van het herstelvermogen van het lichaam en de dikte van de vaatjes kan het wel enkele weken duren. Het uiteindelijke beeld resulteert in ongeveer 75% vermindering van de vaatjes.
Groeten van Annelijn
Annelijn werkt als huidtherapeute en supervisor bij de Velthuis Klinieken.