De drie wijzen uit het Oosten namen volgens het bijbelverhaal geschenken mee voor het kerstkind: goud, wierook en mirre. Maar volgens onderzoekers was het geen goud maar benzoïne, een zoetgeurende hars met een goudachtige kleur. Deze hars was in die tijd net zo kostbaar als goud. De verwarring is ontstaan omdat de woorden goud en benzoïne in het Arabisch – de taal van de drie wijzen uit het Oosten (Arabië) – op elkaar lijken.
Wat is het?
Benzoïne is dus een hars. Deze hars is een kleverig sap, afkomstig uit een tropische boom die bijzonder hoog kan worden: de benzoëboom, die te vinden is in Cambodja, Laos, Thailand en Vietnam en op Java en Sumatra. De hars wordt verkregen door een inkeping te maken in de stam van de boom. Wanneer het uit de boom komt, is de hars nog vloeibaar maar droogt al snel op in kleine, broze balletjes.
De hars uit Zuid-Oost Azië is goudachtig van kleur, de hars uit Indonesië is donkergrijs.
(Het is verrassend dat het woord benzine op een ingewikkelde manier ook afkomstig is van benzoïne.
De hars uit de benzoëboom bevat ook veel ‘benzoëzuur’ en het was de 19e-eeuwse Duitse chemicus Mitcherlich die uit benzoëzuur en een sterke base een stof bereidde die hij Benzin noemde. Via vele omwegen is dat de naam geworden voor de vloeistof waar onze auto’s op rijden.)
Hoe ruikt het?
Benzoïne is zoet, zacht geurend. Het ruikt vanilleachtig. En het geeft ook een drop & likeurachtige geur af. Naast deze geuren heeft het ook iets poederigs, melkachtigs en kruidige tonen. Wanneer je die kleine broze bolletjes vloeibaar maakt, wordt de geur sterker en kruidiger. In de parfumerie gebruik je ook wel het woord balsamisch.
Waar wordt het voor en in gebruikt?
In een van de oudste luchtverfrissers komt benzoïne voor. Aan het einde van de 19de eeuw ontdekte August Ponsot dat als je Armeens papier doopt in benzoïne, gemengd met alcohol, het de lucht klaart en een prettige geur afgeeft. Bij de Wereldtentoonstelling in 1889 in Parijs won hij een prijs met deze vinding.
Benzoine kom je vaak tegen in oriëntaalse geuren. Maar het wordt ook gebruikt in citrus- en houtgeuren. In Indochine van Parfumerie Generale is het hoofdingrediënt. (Indochina is de oude naam van het gebied tussen India en China waar de benzoëboom groeit.)
In de geuren Bois d’Armenie van Guerlain, Coromandel van Chanel en Cuir Ottoman van Parfum D’Empire ruik je het ook goed.
Daarnaast wordt het veel gebruikt om smaak aan sigaretten en drank te geven.
Ga hier naar het parfumwoordenboek.