De ceder is een altijdgroene naaldboom en behoort tot de Pinaceae familie. Hij kwam oorspronkelijk vooral voor in het Midden Oosten en in het Himalaya-gebergte en vervolgens ook in Marokko, Europa en Amerika. Er zijn vier karakteristieke ceders die alle tot dezelfde stam behoren: de Cyprus-ceder, de Himalaya-ceder, de Atlas-ceder en de Libanon-ceder. De boom is het nationale symbool van Libanon en staat afgebeeld op de vlag van het land.
Er zijn nog twee andere bekende ceders, de Virginia en de Texas. Ze behoren tot een andere stam: de familie van de jeneverbesstruik. Deze bomen hebben rood hout (red cedar) dat ook word gebruikt voor het maken van meubels. In parfums wordt voornamelijk de olie van de Atlas ceder en de Virginia ceder gebruikt. De olie wordt gewonnen door stoomdestillatie uit houtsnippers.
Hoe ruikt het?
Cederhout ruikt naar droog hout, kasten en potloodslijpsel, en kan zelfs een beetje naar kranten en zolders neigen. Velen herkennen de geur ook van de cederhouten plankjes tegen motten. Het geeft parfums vaak een zachte, droge, warme, sensuele toon.
De vier eerste ceders hebben allemaal zachte, kamfer- en leerachtige akkoorden. De geur van de Virginia en de Texas is droger.
Waar wordt het voor en in gebruikt?
Cederhout wordt gebruikt om parfums een houtachtig karakter te geven. Dit kan zijn in een vol houtig parfum maar ook in colognes, florals en oriëntaalse geuren. Het maakt geuren vaak zachter en ronder.
Mooie voorbeelden zijn de geuren Féminité du Bois van Serge Lutens, Autoportrait van Olfactive Studio, Allure homme van Chanel, Bois Blond van Parfumerie Generale en Voyage de Hermès.
Ga hier naar het parfumwoordenboek.