Het was deze week de buzz op internet onder cosmetica liefhebbers: een Harvard studente heeft een 3d printer ontwikkeld waarmee je je eigen cosmetica kunt maken.
Dat klinkt natuurlijk supercool en ook niet onaannemelijk, als je weet dat er al heel veel experitmenten gaande zijn met het uitprinten van gebruiksvoorwerpen, en zelfs organen.
Studente Grace Choi is zeker van haar zaak: je kunt dezelde kwaliteit make-up maken als hetgeen nu in de winkels voor handen is, en dan wordt het ook nog eens lekker goedkoop. Ze vindt dat cosmetica namelijk veel te duur is.
Haar beautyprinter, die volgens de bron Business Insider Mink wordt genoemd, kan kleuren exact kopieren, en die printer zou je al voor 300 dollar in huis kunnen hebben, als hij in de verkoop komt. Choi ziet vooral kansen bij jonge meiden, die nog graag experimenteren en geen geld hebben voor luxe make-upproducten. Ook ergert Choi zich eraan dat grote merken nog te weinig producten afstemmen op verschillende huidkleuren in de wereld: de kaukasische huid is nog altijd dominant.
De eerste vraag is natuurlijk meteen: hoe gaat de beauty industrie hierop reageren? Als dit mainstream wordt, zakt de hele retail en productie natuurlijk in, zoals hij nu georganiseerd is. Dan zal een handel in kleurstoffen en bij-stoffen gaan floreren, en die van de verkoop van containertjes en zo.
Het zou wel een democratisering van productontwikkeling voor de consument betekenen. In de mode wachten wij ook al geruime tijd op iets dergelijks, zodat je eindelijk kleding kan ontwikkelen die echt goed past op jouw lichaam.
Harpers Bazaar toog naar een specialist, genaamd Jim Hammer van Mix Solutions Consulting, die bekend staat als een expert in cosmetische chemie.
Volgens hem is het nog niet zo makkelijk, omdat je hoe dan ook een chemicus nodig hebt om de formuleringen in elkaar te zetten.
Met een poeder in de juiste kleur alleen ben je er niet. Hij zegt ook dat de kleurpigmenten die in cosmetica gebruikt worden afkomstig zijn van mineralen over het algemeen, en dat is niet te vergelijken met wat er uit een kleurenprinter komt, zoals we die kennen.
‘Bovendien: hoe wil je mica en dergelijke toevoegen, wat juist die glans aan een poeder geeft?’ Het komt er dus eigenlijk op neer dat er ook recepturen geleverd zullen moeten gaan worden die kant en klaar gemixed kunnen worden met de uitgeprinte kleuren.
‘Maar,’ zo zegt de expert, ‘dat soort basisstoffen zijn echt niet goedkoop, wil je ze in een prettige substantie hebben.’ Het doet ons een beetje denken aan de diy cremes die je kunt maken aan de hand van boekjes.
Vooral altijd populair geweest in het alternatieve circuit. Je krijgt inderdaad niet de verfijnde emulsies en substanties, zoals je ze tegenwoordig kan kopen.
De industrie maakt momenteel weer een vernieuwingsronde door op het gebied van juist nog betere emulsies voor overtreffend huidgevoel te leveren.
Maar goed, zeg nooit – nooit. Er hoeft maar een bedrijf op te staan dat wel die voortreffende bases gaat leveren voor de consumenten markt, waaraan je je eigen geprinte stoffen kunt toevoegen, en het feest is begonnen. De DYI wereld in optima forma.
Mogelijk gaat dat nog wel even duren, gezien de macht van de industrie en gezien het feit dat het in andere branches ook nog niet echt van de grond komt- denk kleding. Maar goed, als ik een multinational was, dan wist ik het wel: overnemen! Die uitvindster met haar kekke printertje.
Bekijk ook nog dit nieuwsitem op CNN erover: