Het gebruik van fillers in het gezicht kan een vervelend probleem opleveren, dat lastig te voorkomen of te behandelen is. Dat blijkt uit een nieuw onderzoek.
Wetenschappers van de Universiteit van Kopenhagen gebruikten muizen om te onderzoeken hoe en waarom er soms onderhuidse bulten ontstaan na het gebruik van populaire fillers, soms direct na de behandeling , soms pas na jaren. Deze bulten zijn heel lastig te behandelen en worden door veel dokters ook nog eens verkeerd behandeld, hetgeen leidt tot wonden die niet genezen. Dat stelt althans Thomas Bjarnsholt, professor microbiologie en immunologie, die het onderzoek leidde. Zijn onderzoek bevestigt de conclusies van eerdere onderzoeken: de bulten ontstaan door bacteriën die samen met de fillers worden geïnjecteerd.
Veel artsen weigeren het te accepteren
“Veel cosmetische artsen weigeren te accepteren dat de bijwerkingen die kunnen ontstaan door het injecteren van fillers worden veroorzaakt door bacteriën”, zo zegt Bjarnsholt. “Ze houden vol dat de bijwerkingen worden veroorzaakt door allergisch reacties. Ze worden dan ook meestal behandeld met steroïden. Steroïden vertragen het immuunsysteem echter, waardoor de bacteriën zich nog sneller gaan vermenigvuldigen. Gelukkig zijn veel fabrikanten van fillers inmiddels wel op de hoogte van het risico op een bacteriële infectie en beseffen ze dat de fillers een broeihaard van bacteriën kunnen zijn.”
Het onderzoek
Bjarnsholt en zijn team onderzochten drie verschillende fillers:
1. Aquamid, een gel met polyacrylamide die wordt gebruikt als permanente filler en wordt gemaakt door Contura International;
2. Radiesse, een semi-permanente fillers op basis van calcium hydroxyapatiet, van Merz Aesthetics;
3. Restylane, een niet-permanente filler op basis van hyaluronzuur, van Medicis.
Ze kweekten in alle fillers drie verschillende, veelvoorkomende bacteriën: Pseudomonas aeruginosa, Staphylococcus epidermidis en Propionibacterium acnes.
“Bacteriën gedijen het best in permanente fillers en minder goed in de niet-permanente fillers”, zegt Bjarnsholt. “Maar niet-permanente fillers moeten weer veel vaker geïnjecteerd worden, waardoor de kans op besmetting weer toeneemt.”
Het team injecteerde de fillers bij de muizen in de nek, net onder de huid. “We gebruikten zowel besmette als schone fillers, maar de schone fillers injecteerden we met besmette naalden”, zegt Bjarnsholt. “We ontdekten dat slechts tien bacteriën al genoeg zijn voor het ontstaan van bulten. Er ontstonden geen bulten als zowel de naald als de filler helemaal schoon waren.”
Het team keek ook hoe infecties het beste kunnen worden behandeld. Het slechte nieuws is dat als de bacteriën zich eenmaal genesteld hebben in de biofilm, een laag micro-organismen die aan elkaar zitten in de filler, ze heel lastig te behandelen zijn. Zelfs een hele hoge dosis antibiotica helpt niet. Ze bleken wel te kunnen voorkomen dat de bacteriën zich in de biofilm nestelden door tegelijkertijd met een filler een preventieve dosis antibiotica te injecteren. Bjarnsholt raadt cosmetische artsen dan ook aan om dit altijd te doen.
Hygiëne kan het niet voorkomen, maar het beperkt het risico wel
Het onderzoek maakt duidelijk dat de bacteriën op de huid zitten en zo met de injectie mee naar binnen gaan. Goede hygiëne kan het probleem niet helemaal voorkomen. Toch is hele goede hygiëne wel belangrijk, omdat het het risico wel beperkt. Zo wordt afgeraden om make-up te dragen voor een behandeling met fillers, aangezien bacteriën zich heel goed thuis voelen in een laag make-up.
Bjarnsholt adviseert
Bjarnsholt raadt aan om voor iedere behandeling met fillers de huid heel goed schoon te maken, zeer steriele omstandigheden en het gebruik van preventieve antibiotica. “Dat zou altijd moeten gebeuren, bij alle injecties”, zegt Bjarnsholt. “Iedere keer als je een lichaamsvreemde stof injecteert is er een risico op besmetting.”
Een besmetting met bacteriën komt bij één op de honderd tot één op de duizend behandelingen met fillers voor.