Als je het N-woord uit Pinkpop haalt, wat krijg je dan? Ik geef het toe: het is een beetje een flauw en vergezocht bruggetje naar waar ik het vandaag, op Eerste Pinksterdag, met je over wil hebben. Over mijn geslachtsdeel.
Volgens Aaf zegt nooit iemand: ‘Ik heb jeuk aan mijn schimmelinfectie’
In haar Volkskrant-column schreef Aaf Brandt Corstius van de week dat mensen nooit echt bekentenissen deden, niet op social media, maar ook sowieso niet. Ze schreef: ‘Als je een collega vraagt: ‘Hoi, hoe is het?’, zegt hij ‘Prima, druk!’ en niet: ‘Ik ben uitgeput want ik heb gisternacht tot vijf uur mijn ex geïnternetstalkt én ik heb jeuk aan mijn schimmelinfectie. Wil je hem zien?” En gelukkig maar.’
Ooit vond ik hem te klein
Ik heb slecht nieuws voor Aaf Brandt Corstius, want ik wil nu eens een keer alles op tafel leggen, hoewel dat alles niet bepaald veel is. Ik wil het over mijn penis hebben. Er is een tijd geweest dat ik ‘m te klein vond. In onrustige toestand viel het allemaal nog enigszins mee, maar was er geen opwinding in het spel, dan kroop mijn jongeheer in zijn schulp, alsof hij zich schaamde voor wat hij deed als amor in het spel was.
De wereld waarin we leven
En nu komt mijn bekentenis, Aaf, van het soort dat volgens jou zelden wordt gedeeld. Jaren geleden ben ik op de trein gestapt naar Brugge in België, waar toen de enige plastisch chirurg van de Benelux zat, die aan penisvergrotingen deed. Toen ik in de trein van Antwerpen-Berghem naar Oostende zat en het buiten begon te sneeuwen, moest ik denken aan de wereld waarin we leven.
Strijdend voor fuckin’ rechten
Een rond de penis gecentreerde wereld, want hoe zou je anders de vormen van een revolver, een auto, een piramide, een wolkenkrabber, een raket, een vuur- of Eiffeltoren kunnen verklaren? Het is niet altijd gemakkelijk om een man te zijn. Het moment dat je een penis hebt, ben je in competitie met alle andere penissen, strijdend voor fuckin’ rechten. En niet alleen dat. Je bent ook nog eens bang om je pik te verliezen.
Mannen zijn bang om vrouw te worden
Freud geloofde dat dit gevoel van beklemming en vrees, dat hij castratieangst noemde, ten grondslag lag aan het eeuwige probleem tussen mannen en vrouwen. Mannen zijn bang voor vrouwen omdat ze bang zijn vrouwen te worden: pikloze schepsels. En als je dan als ik iets tussen je benen hebt zitten dat zweeft in plaats van hangt, en die op de vraag of ik rechtsdragend of linksdragend ben, het antwoord schuldig moest blijven, dan begrijp je misschien dat ik mijn leven lang gebukt ging (figuurlijk dan) onder een gebrek aan presence, een gebrek aan power, aan macht.
De geheimen van de zogenaamde ‘jelq’
Van alles deed ik om ‘m groter te krijgen. Zoals het zogenaamde ‘melken’. Deze methode is eeuwenoud en wordt toegepast door Soedanese Arabieren, die erom bekend staan nogal groot geschapen te zijn. Als een Soedanese jongen 8 jaar is, wordt hij door zijn vader ingewijd in de geheimen van de zogenaamde ‘jelq’.
Je houdt je penis vast met duim en wijsvinger en vervolgens maak je lange uithalen – hand over hand – van de basis naar het uiteinde. De hele handeling lijkt op het melken van een koe, maar je moet wel oppassen dat je niet klaarkomt, want dat is dus niet de bedoeling. Als het een rijke Soedanese familie betreft, wordt het jongetje naar een zogenaamde ‘Mehbil’ gestuurd, oftewel sportclub, waar een medewerker, na de penis in kwestie met olijfolie te hebben ingesmeerd, de ‘jelq’ doet.
Hun geslachtsdeel is volkomen nutteloos
Ik zou dat varkentje wel even wassen. Ik begon vol goede moed. Maar na verschillende keren tijdens het bedrijven van de liefde al na één stoot klaar te zijn gekomen omdat ik na lange melksessies op het punt van ontploffen stond, ging het plezier er snel vanaf.
Even overwoog ik nog om gewichten aan mijn penis te hangen zoals de Sadhus in India dat plegen te doen. Vanaf hun zesde jaar worden ze onderworpen aan een strak regime van het dragen van gewichten. Tegen de tijd dat ze volwassen zijn, is hun penis uitzonderlijk lang, maar dientengevolge ook opmerkelijk dun. Ze kunnen er zelfs verschillende knopen in leggen.
De Sadhus geloven dat een langere penis hen dichter bij God brengt. Maar als het op seks aan komt is hun geslachtsdeel volkomen nutteloos. Dat leek me dus niet zo’n goed plan. Bleef er maar één methode over. De meest ingrijpende.
Neem daar alle tijd voor
“Ik wil zo eerlijk en open mogelijk tegen u zijn,” zei de plastisch chirurg, een verwilderde vijftiger, tegen me. “Ik kan de penis zo’n 3 centimeter verlengen, maar in erectie wordt-ie niet veel groter. Wel dikker natuurlijk, al zijn daar ook bepaalde restricties aan. Vetweefsel heeft de neiging om op te lossen. Ga er maar vanuit dat er zo’n 50 à 60 procent overblijft.”
Hij is wat klein…
Toen wilde de dokter even kijken of mijn onderhuids weefsel wel geschikt was voor een operatie. Ik liep met hem mee naar een behandelkamer. De dokter trok plastic handschoenen aan en ik trok mijn broek uit. “Hij is inderdaad wat aan de kleine kant,” zei hij met een schoon Belgisch accent, terwijl hij met zijn hand vlak boven mijn geslachtsdeel drukte. Buiten was het opgehouden met sneeuwen.
“Dat is in orde,” zei hij. Toen we weer in de spreekkamer zaten, vertelde hij dat ik er ook rekening mee moet houden dat ik 6 à 8 weken geen seks kon hebben. Ik zei dat ik er nog even over na wilde denken. “Maar natuurlijk,” zei de dokter. “En neem daar alsjeblieft alle tijd voor. Ik geef u wel alvast even de routebeschrijving van het ziekenhuis in Gent mee waar ik de operaties doe en een papier voor bloedafname, die u in elk ziekenhuis kan laten uitvoeren.”
Vijftien centimeter langer
In de trein terug naar Amsterdam moest ik denken aan een mop. Een Belg en een Afro-Amerikaan zitten in de sauna. Na een tijdje met elkaar gepraat te hebben, verzamelt de Belg al zijn moed en vraagt aan de Afro-Amerikaan hoe het toch mogelijk is dat hij zo’n grote heeft.
Hij knikt de man bemoedigend toe en legt uit dat de natuur best wel eens een handje geholpen mag worden, en vertelt de truc van de baksteen aan het stuk touw. Een paar weken later stuift onze Belgische vriend enthousiast de sauna binnen en valt de Afro-Amerikaan juichend om de hals. “Fantastisch,” roept de Belg, “vijftien centimeter langer en hij begint al een beetje zwart te worden ook!”
Misschien werd het tijd dat ik me drukker ging maken over de grootte van mijn hersenen.