Schoon genoeg heb ik er van. Van mensen die aan me vragen of ik mijn haar verf. Je zou er haast grijs door worden van al dat gemekker.
‘Nee, ik verf mijn haar niet. Kijk maar, ik ben grijs.’
‘Eén sprietje. Overgeslagen bij het verven!’
‘Kappen nou…’
‘Het kan gewoon niet. Je bent zestig!’
Het kan wel. Eén op de tien mensen is naturally blessed en krijgt geen grijze haren na het zestigste levensjaar. Althans, volgens een onderzoek dat L’Oréal in 2012 heeft laten uitvoeren in 20 landen en onder 4000 mannen en vrouwen van verschillende leeftijden en verschillende etnische achtergronden. In de leeftijd 45 tot 65 had 74 procent grijs haar, dat 27 % procent van het hoofd bedekte. En het moet geen verrassing zijn, maar hoe ouder men werd, hoe grijzer.
Oorspronkelijke haarkleur
In de leeftijd 56 tot 60 was 86 procent grijs, waarbij 1/3e van het hoofd ermee bedekt was. Maar niet iedereen werd dus grijs, ontdekten onderzoekers. Terwijl 91 procent van 61- tot 65-jarigen 40 procent grijs waren, was de resterende 9 procent ‘gezegend’ met een oorspronkelijke haarkleur.
Het gras aan de overkant
Bewust zet ik gezegend tussen aanhalingstekens, omdat ik elke ochtend wakker word in de hoop dat ik ereen paar grijze haren bij heb gekregen. Ik vind grijs haar mooi. Zul je altijd zien dat het gras aan de overkant groener of in dit geval grijzer is. Laatst vertelde ik aan iemand die weer eens vroeg of ik mijn haar verfde, het verhaal dat ik ooit een andere haarkleur heb gehad. Dat gebeurde in 1999. En ik was er op zijn zachtst gezegd niet blij mee.
Dat zat wel snor
Ik was gevraagd om gast te zijn in het Veronica televisieprogramma VIPS, gepresenteerd door Evert Santegoeds. In dat programma werd de ‘VIP’ geïnterviewd terwijl hij of zij bij de kapper zat. De haarstylist besliste in samenspraak met de gast ter plekke wat voor coupe er geknipt moest worden. De naam van de kapper in kwestie ben ik vergeten, maar ik had mijn huiswerk gedaan, want ik laat natuurlijk niet zomaar met mijn haar sollen. En deze man was een heuse professional, dus dat zat wel snor.
I don’t give a fuck
Hoe groot was mijn verbijstering toen de kapper – terwijl de camera al liep – tussen neus en lippen zei dat het mooi zou zijn als ik mijn haar zwart zou laten verven door hem. Toen ik gisteren een personal message stuurde naar Evert Santegoeds met de vraag hoe dat programma ook weer heette, waarin mijn haar zwart werd geverfd, en hij terstond met een reactie kwam, noemde ik hem: ‘lieve man’. Hij reageerde toen met: ‘Daar lopen de meningen over uiteen.’ Tegen mij is Evert altijd even vriendelijk en aardig geweest, dus stuurde ik terug: ‘I don’t give a fuck. Voor mij ben je een lieve man.’
Sylvana Simons proestte het uit
Maar ik moet wel eerlijk bekennen dat toen de kapper zei dat hij een spontane brainwave had gekregen en mijn haar zwart wilde verven, ik op dat moment dacht: ‘Niks spontane brainwave. Dat heeft die Privé-boef van een Santegoeds mooi van tevoren bekokstoofd met die gast.’ Diezelfde avond moest ik naar een sterrenparty in de Amsterdamse Sinners. Als kersverse Blackie. Je had de gezichten van al die mensen moeten zien. Nooit zal ik de blik van Sylvana Simons vergeten met wie ik daags daarvoor nog had gedineerd in de stad. Haar mond viel wagenwijd open van verbazing. ‘Is dit wie ik denk dat het is?’ zei ze en proestte het uit. Dat was dus eens en nooit meer.
Kun je je nu voorstellen dat ik een sik krijg als mensen vragen of ik mijn haar verf? Mijn sik is overigens wel grijs.