Na alle commotie van de afgelopen jaren rond het borstkankerfonds PinkRibbon (foute marketing, foute goede doelen, te hoge bedrijfskosten), laat de organisatie zich eindelijk van haar goede kant zien, en hoe! Er wordt dit jaar 6.2 miljoen euro aan subsidies verstrekt, waarvan 5 miljoen naar wetenschappelijk onderzoek gaat. Twee projecten bij het UMCG vallen in de prijzen: hart- en vaatonderzoek naar borstkanker, en borstkanker bij mannen. Deze twee maken onderdeel uit van 14 projecten in totaal die gefinancieerd worden door PinkRibbon.
Internist-oncoloog Jourik Gietema en internist-vacsculairgeneeskundige Joop Lefrandt gaan samen met collega’s uit Erasmus MC en AvL-NKI onderzoek doen naar de lange termijn-risico’s op hart- en vaatziekten na borstkankerbehandelingen. Ook onderzoeken zij de metabole gevolgen van deze behandelingen op lange termijn.
Internist-oncoloog Carolien Schröder krijgt namens de Borstkanker Onderzoek Groep (BOOG) samen met collega’s uit het LUMC en Erasmus MC een bedrag van € 565.642, -. Hiermee gaan zij onderzoek doen naar borstkanker bij mannen.
Relatie hart-en vaatziekten en borstkankerbehandeling
Het eerste onderzoek verbaast ons een heel klein beetje. Komen er dan meer hart-en vaatziekten bij borstkankerpatiënten voor dan bij niet-borstkanker patiënten? Het is immers en uberhaupt de meest voorkomende ziekte in ons land. Dus? UMCG-woordvoerder Joost Wessels kan er geen sluitend antwoord op geven: ‘Het is een van de redenen waarom we dit gaan onderzoeken. Er zijn aanwijzingen dat er, netzoals in het algemeen, ook een stijgende lijn is bij borstkankerpatiënten, maar er is veel te weinig over bekend. Het speelt zich vooral op de lange termijn af.’ Wessels vervolgt dat er wel steeds meer bekend is over de korte termijneffecten na borstkankerbehandelingen. Hij concludeert dat het daarom goed is dat nu ook de lange termijn risico’s in kaart worden gebracht, en welke behandelingen er een rol bij kunnen spelen: chemo, bestraling, medicatie…
Het UMCG laat middels een persbericht weten dat haar onderzoekers Gietema en Lefrandt meer inzicht willen krijgen bij wie en waarom deze lange termijn-effecten (hart- en vaatziekten dus en de metabole gevolgen ervan) optreden. Zij onderzoeken welke subgroepen patiënten er met name gevoelig voor zijn en welke maatregelen of behandelingen het beste zijn om de vooruitzichten van borstkankeroverlevers en hun kwaliteit van leven zo goed mogelijk te waarborgen. Ook onderzoeken zij of het vroegtijdig intensiever volgen van de cardiovasculaire status na behandeling voor borstkanker helpt om risicogroepen te identificeren. Het onderzoek gaat 4 jaar duren.
Dit onderzoek maakt overigens deel uit van een veel grootschaliger onderzoek naar hart-en vaatziekten in Nederland, zo lezen we vandaag op MedicalFacts. Dit verklaart mogelijk beter de context van het kleinere onderzoek na borstkanker, dan het antwoordt van Joost Wessels als hierboven weergegeven.
Borstkanker bij mannen
Het tweede pikante onderzoek is borstkanker bij mannen. In Nederland krijgen jaarlijks tussen de 90 en 100 mannen borstkanker. De diagnose wordt bij mannen vaak in een laat stadium gesteld, zo meldt het perscommunique. Dit komt door de onbekendheid met het ziektebeeld, bij zowel artsen als patiënten. Mannen met borstkanker worden nu op dezelfde wijze behandeld als vrouwen. Nog niet helemaal duidelijk is of dit voor mannen de meest optimale behandeling is. Ook over de begeleiding van mannen met borstkanker is nog veel onbekend, evenals de invloed van leefgewoontes, erfelijkheid, tumoreigenschappen, en gevolgen van de (hormoon)behandeling voor de kwaliteit van leven. Door het prospectief verzamelen van deze gegevens en het bestuderen van (tumor)weefsel, kan de kennis over borstkanker bij mannen verbeteren. Uiteindelijk kan dit de optimale zorg en betere vooruitzichten voor mannen met borstkanker opleveren.
De studie is een prospectieve, multicenter studie die in Nederland wordt uitgevoerd, in nauwe samenwerking met de European Organisation for Research and Treatment of Cancer (EORTC). Het is een vervolg van een retrospectieve studie die in 2010 is gestart, die ook door Pink Ribbon is gesteund. Dit onderzoek gaat 3 jaar duren.
Note: Ook het UMC Utrecht heeft geld van PinkRibbon gekregen voor borstkankeronderzoek (1.6 miljoen euro). Het betreft hier onderzoek naar het zo vroeg mogelijk opsporen van borstkanker middels autofluorescerende ductoscopie (techniek om de tepelgangen te inspecteren). Er wordt dan gekeken of vroege voorlopers van borstkanker kunnen worden opgespoord, die nog niet zichtbaar zijn met mammografie en MRI. Doel is om gevaarlijke vroege voorlopers van borstkanker in een vroeg stadium te vinden en te verwijderen, zodat borstkanker niet kan ontstaan (primaire preventie). Persoonlijk heb ik hier meer affiniteit mee.
Lees ook op BeautyJournaal:
- Veel psychische problemen na reconstructies van geamputeerde borsten
- Lezeres schrijft haar verhaal: wel of niet mijn borstkanker laten behandelen?
- Herstel operatie mogelijkheden na borstkanker: de plastisch chirurg vertelt