Wij kregen vanochtend van het pr-bureau de volgende mededeling:
‘Wellicht is u in de media opgevallen dat er een actiegroep in Nederland is die zich tegen het merk AHAVA keert. Niet omdat er iets mis is met de kwaliteit van de producten, maar omdat zij menen dat de producten ten onrechte het label ‘made in Israël’ dragen. De minister van Buitenlandse Zaken heeft aangekondigd een onderzoek te doen dat moet uitwijzen of AHAVA ten onrechte profiteert van de gunstige Europese importtarieven.
De distributeur van AHAVA ziet de resultaten van het onderzoek van Minister Verhagen met vertrouwen tegemoet. De producent van Ahava handelt namelijk in overeenstemming met Israëlische en Europese regelgeving. AHAVA wordt al meer dan 15 jaar in Nederlandse beautysalons verkocht. Daarnaast wordt AHAVA succesvol gevoerd in gerenomeerde Europese parfumerie ketens. ‘
Aanvulling BeautyJournaal:
Op de site Een ander Joods geluid vonden wij de volgende toelichting die verklaart waarom er actie wordt gevoerd en door wie dat wordt gedaan:
Onderzoek naar Ahava, 16-11-2009
Verhagen onderzoekt Israëlische producten uit bezette gebieden
13-11-2009 • Minister van Buitenlandse Zaken Verhagen zal op verzoek van SP-Kamerlid Harry van Bommel een onderzoek starten naar de invoer van cosmeticaproducten van de Israëlische firma Ahava in Nederland. Deze onderneming fabriceert cosmetica in de nederzetting Mitzpe Shalem op de Westelijke Jordaanoever. Daarbij gebruikt het mineralen en modder. De producten worden als “Made in Israël’ uitgevoerd.
Van Bommel: “Ik ben tevreden dat dit onderzoek er komt. Als het allemaal klopt, dan pleit ik voor een boycot van deze producten. Dit soort praktijken zijn in strijd met het internationaal recht waarin het een bezettende macht wordt verboden producten van een bezet volk onder eigen naam te verkopen. Het staat een eerlijke en rechtvaardige oplossing voor het conflict tussen Israël en de Palestijnen in de weg.”
In Nederland wordt er onder de titel Gestolen Schoonheid door de Badjassenbrigade actie gevoerd bij cosmeticawinkels die AHAVA-producten verkopen. Deze actiegroep probeert ook te voorkomen dat AHAVA een netwerk van verkooppunten in Nederland opbouwt, een streven waarin de firma samenwerkt met het wekelijkse RTL4-programma Health Angels. Het is mensenrechtenactivisten al jaren een doorn in het oog dat vele producten uit de Bezette Gebieden onder Israëlische vlag winst voor de bezetter opleveren.
Op het Pim Fortuyn forum is eveneens een ander geluid te horen: hier wordt uiteen gezet waarom Van Bommel ongelijk zou hebben. We citeren: ‘Het product dat Ahava maakt is niet afkomstig uit de “gestolen hulpbronnen” van de Palestijnen maar uit mineralen die bij Ein Boqeq aan de zuidpunt van de Dode Zee worden gewonnen. Een simpele blik op de kaart leert dat Ein Boqeq onbetwist Israëlisch grondgebied is. Dus de zoutpannen die Dead Sea Works daar exploiteert en waaruit de mineralen worden betrokken voor Ahava cosmetica zijn onbetwist Israëlisch eigendom.
‘Zelfs als zou dat niet zo zijn geweest kan er niet gesproken worden van “Palestijnse hulpbronnen” als men over de mineralen in de Dode Zee spreekt. Het gebied waar de zee in ligt hoort bij Israël en Jordanië. Het gedeelte dat van Bommel ziet als bezet gebied beslaat minder dan twintig procent van de kustlijn van de Dode Zee. Jordanië was tot 1967 slechts “beheerder” van het gebied dat door internationaal erkende akkoorden een definitieve status moet krijgen.
‘De vierde Geneefse conventie verbiedt een soevereine natie niet om de eigen grondstoffen verder te bewerken in een fabriek elders, ook als deze op bezet gebied zou staan.’
Bekijk ook een van de demonstratie video’s op BeautyJournaal TV: bij Sephora in Parijs.