Goed, toegegeven, ik heb me nog nooit eerder laten verleiden om een vijf minuten interview te houden, laat staan met een celebrity, laat staan met een 24-jarig model (dat is 2008 al al 4 miljoen euro verdiende, aldus Forbes). Maar eens moet de eerste keer zijn toch? Ik betrapte mezelf erop dat ik ook die hele dag al een beetje nerveus was.
Ondanks het stormachtige weer wilde ik per se op de fiets naar het Hilton Hotel alwaar ze in een suite residentie zou houden. Ik moest mijn energie even kwijt door flink tegen de wind in te trappen, met het risico dat haar en make-up volledig in de war zou raken, maar ach, dat was die dag toch ook al niet veel soeps vanwege een maandelijkse hormonale interruptie.
Drie kwartier te vroeg kwam ik aan en tot mijn geluk kwam mijn cameravrouw (Esther Shepali Neeleman) ook al een half uur te vroeg. Konden we nog even de technische details doorspreken en alvast een introotje opnemen. Bovendien nog even repeteren hoe ik vijf vragen in vijf minuten gesteld zou krijgen.
Vijf lezersvragen, waarvan sommige zo teasing, dat ik me bij voorbaat al afvroeg of en hoe ze erop zou gaan reageren. Een voor een druppelden ook de andere journalisten binnen, van Spits, van Living en wat collegae uit het omringende buitenland. Wachten….daar draaide het om.
Dearest kwam om tien over vijf binnen terwijl wij om 17.20 uur ons tijdslot hadden en bovendien nog twee wachtenden voor ons. Het was een ware celeb-actie, dat naarbinnen schuiven van Doutzen Kroes, door de lobby heen naar de lift.
Een zwarte bak schreed voor de ingang langs, bodyguards eruit en nog wat mannelijk aanhangsel en daar tussen in als een heuse ster het frele lijfje met bleke toet en honingblond haar van onze Friezin. Camera’s flitsten. We sloegen het geamuseerd gade en genoten inwendig van een slimme truc die mijn cameravrouw had uitgehaald om zoveel mogelijk van onze ster vast te kunnen leggen.
Pr-medewerksters en de eigenaar van Repeat in Nederland liepen zenuwachtig heen en weer en wij maar wachten. Uiteindelijk mocht de Hollandse pers met de lijfwachten mee naar de achtste verdieping en werden we een voor een naar de kamer gebracht, nu ja….voor de deur gezet, zodat wij bij 04.59 naar binnen konden worden geloodst, natuurlijk niet eerder dan dat de bodyguards elkaar in oortjes hadden toegefluisterd.
We werden zenuwachtig, alleen al van dit gedoe. We hadden dorst, maar er was niets te drinken. We moesten al wachtend in de gang voor haar deur fluisteren om andere hotelgasten niet tot last te zijn maar gelukkig bleek de klerenkast die bij ons de wacht hield wel van een grapje te houden en entertainde ons een beetje.
We bespraken de mannen in Doutzen’s gezelschap: ‘nee, die jongen met dat zware zwarte montuur op zijn neus is niet haar vriend, dat is een homo, dat zie je toch wel? ‘ Mo….Mo heet hij. Oh…maar ehm, ik heb Doutzen eens bij Ivo Niehe gezien en daar was ook een Mo, een Marokkaan. Ik dacht toch werkelijk dat ze het daar mee deed?’
Toen ging de deur open. ‘Spits’ vliegt eruit; de journaliste kijkt gelukzalig, ze lijkt wel betoverd! En ze roept verrukt dat ze nog veel langer met D had willen praten. Hmmm…nice, dat gevoel bekroop mij ook toen ik haar bij Niehe zag. Ik was als hetero vrouw terstond verliefd op haar verschrikkelijk lieve verschijning. Wat een pop, wat een plaatje, zomaar geboren in dat Friese verweggistan!
Daarna kwam Living naar buiten, een stuk schuchterder. Maar wij waren vol goede moed. Deur open, langs wederom een kledingkast die binnenstond. Haar Mo op het bed en zij lieftallig op een bankje waar ik naast kroop. Hup, hup, snel die camera aan. Doutzen keek naar mijn microfoon met het BJ logo en zei: ‘Oh, BeautyJournaal, dus dat gaat over beauty?’
Ik kreeg een slap handje en zei plagerig dat het echt niet alleen over beauty zou gaan. Haar reactie verried niets, nuja, wellicht wat verbazing. Dus ik begon…lullen, vragen stellen, haar aankijken, proberen in te tunen, door te vragen, te glimlachen. Allemaal in vijf minuten, en ik voelde dat ik weggleed in een luchtledigheid, geen grip hebbend op de situatie, op het gesprek, op haar mimiek, haar signalen. Ergo: er waren geen mimiekjes, geen signalen, er was een muur, een niemandsland. Er zat een beeldschoon mens dat braaf antwoordde, zonder iets werkelijk te zeggen.
Dus dit was Doutzen, het meisje dat zo prachtig in de camera lacht, het engeltje dat zo pardoes uit de hemel is gevallen. Mo drukte de stopwatch in (of die er nou echt was of niet, ik weet het niet, er werden wel veel persgrapjes over gemaakt) en de tijd was over.
Ik stond op en hielp mijn cameravrouw stuntelig met de spullen, ik was de weg kwijt. Met plaatsvervangende schaamte liep ik de afwerkplek voor persmuskieten weer uit. Nummer zoveel was ik, zonder naam, zonder karakter. Overdonderd en in verlegenheid gebracht. Mijn journalistieke vak onwaardig om dit soort entrenoutjes in het luchtledige te doen.
Ik kreeg het cliche bevestigd van sterretjes die geleef worden, die ja en amen knikken op het gewenste moment, in ruil voor een vette aalmoes, van sterretjes die moe zijn maar toch doorgaan (ze had al de hele ochtend Repeat-kleertjes staan signeren in De Bijenkorf en wellicht had ze ook nog liefdesverdriet over haar verbroken relatie – waarover we overigens volgens het protocol niets mochten vragen – maar wij ook echt niet in geïnteresseerd waren), die zich afsluiten om er maar eigenlijk niet bij te hoeven zijn, die de controle in handen leggen van een ander, zo’n leger mannetjes die hun goudklompje wel beschermen met hun spierbundels en businessbrains.
Hup, naar de winkel, om nog een paar shotjes te maken, maar we kwamen de bloedhete tent die voor het winkelpand in de Cornelis Schuyt was neergezet niet in met onze cameraspullen. Alleen een paar paparazzi waarmee papieren afspraken waren gemaakt, mochten binnen schieten en filmen. Mmaar naar binnen wilde ik, al was het alleen maar om die leren tong van mij na twee uur eindelijk eens van vocht te voorzien en die totaal misplaatste zenuwen er ff uit te zuipen. Wijn!
Veel wijn! Oog voor de kasjmier kleding had ik niet, gaf hier en daar een kus, kletste wat in het rond, werd achterna gezeten of ik toch zeker weten niet stiekem wel een camera in mijn tas had, om shotjes te maken en die stiekem te verkopen aan hongerige media, want ‘oh, dat was al regelmatig gebeurd, waar Kroes verscheen..’.
Buiten stond mijn cameravrouw met nog een legertje paparazzi te wachten tot D zou arriveren en dat duurde en duurde maar. Elke zwarte bolide (die je daar in de Schuyt veel ziet) was er een om bijna bovenop te springen en de lampen te laten flitsen, tot genoegen van de bezitters die wel zin hadden in een seconde van roem, ook al waren ze maar makelaar of groenteboer met een lekker wijf naast zich. Ik lalde op een gegeven moment net iets te hard naar de paparazzi: ‘He jongens, get a life, het is maar Doutzen Kroes hoor’ en kreeg verbaasde of geïrriteerde blikken en een enkele glimlach ervoor terug.
Maar daar kwam ze dan toch, een uur later dan gepland, ingekapseld tussen spierbundels en vrouwelijk vlees-bezitters, glimlachend, rondjes draaiend, haartjes in de wind, alles op verzoek van de Edwin Smuldersen van deze wereld en mijn kleine cameravrouw had ondanks de door Smulders uiteengezette pikorde toch het mooiste plekje weten te pakken. Alle kunstjes van D. werden perfect en exact voor haar camera uitgevoerd.
Ik betrapte me erop dat mijn cameravrouw na afloop net zo’n gelukzalige glimach op haar gezicht had als de journaliste van Spits. Wellicht heb ik dan toch iets gemist? Als ik ’s avonds op de Twitter van modestylist Bastiaan van Schaik lees dat ze op de tafels in Bond staat te dansen, ben ik blij voor haar. Is het toch nog gezellig geworden….
Zo,en dan is het nu tijd voor de prachtige film die we hebben gemaakt met Doutzen 🙂