Palmolie wordt in veel gebruiksgoederen gebruikt, van voeding tot cosmetica. Unilever is een van de grootverbruikers in de wereld; jaarlijks verwerkt het 1,5 miljoen ton palmolie. Het probleem met de verbouw van palmen is om er olie uit te winnen, is dat heel veel hectares oerwoud ervoor moeten wijken en zoals je wellicht inmiddels wel weet zijn oerwouden van levensbelang voor de ecosystemen op aarde, incluis die van de mens: eenvijfde van onze zuurstofvoorziening wordt door het tropisch regenwoud geleverd, algen in de oceanen zijn de grootste leveranciers van zuurstof. Unilever wil verder bouwen aan een duurzaam imago en heeft daarom eigen plantages in Congo en Ivoorkust verkocht. Het bezit nu alleen nog plantages in Ghana. Men wil nu alleen nog duurzaam geproduceerde palmolie op de wereldmarkt kopen. Nu is dit niet eenvoudig, vooral het checken van die duurzaamheid niet. Daarom zijn er speciale certificaten in het leven geroepen die de duurzame oorsprong moeten garanderen. Unilever heeft al 30 duizend van die certificaten gekocht, daarmee is 2% van de consumptie gedekt.
Ik ben geen econoom en geen milieudeskundige maar eigenlijk denk je dan toch meteen: had die plantages gehouden en was op duurzame bouw overgegaan, dan heb je het helemaal onder controle, da’s pas goed voor de wereld! Maar dat zal wel te duur zijn.
Opvallend is verder deze week dat de Maleisische Palmolie Council voor een reclame in Engeland op de vingers getikt is. Men promoot de palmolie en insinueert daarbij dat wie palmolie gebruikt pas groen bezig is. daarbij wordt dus totaal voorbij gegaan aan die ontbossingsproblematiek, maar ach….nee, dat had de Council inderdaad even over het hoofd gezien. Kleinigheidje…
Lees ook:
Elha Cosmetics wordt grootste distributeur in Nederland met merkenportfolio
EU geeft half miljoen voor onderzoek naar nanodeeltjes en hersenschade
